Onlangs had ik twee Jehova’s Getuigen aan de deur, die mij graag ergens op wilden wijzen, ook al had ik aangegeven dat ik er geen interesse in had. Maar omdat ze zelf zo blij waren met wat ze leken te hebben gevonden wilden ze het toch heel graag met me delen. Twee allervriendelijkste dames… die toch even een kaartje bij me achterlieten. Een charmant ingepakt advies.
Ik ben zelf regelmatig in de valkuil gestapt van een ander een tip geven. Ik wist wel dat ongevraagd advies niet werkt, maar hoe zat het dan met de vraag of je iemand nou wel of niet attent moet maken op mogelijke opties? Als iemand ergens geen weet van heeft kan diegene er immers ook geen gebruik van maken. En het kan heel fijn zijn om een tip te krijgen. Zo heb ik wel een tijdje met die vraag geworsteld. Maar inmiddels heb ik besloten om dat niet meer te doen, behalve als er om gevraagd wordt.
Het bestaat immers niet dat de één weet wat goed is voor de ander; dat weet alleen die ander zelf. De volgende uitspraak van Boeddha schiet me hierbij te binnen: ‘Als de leerling gereed is, verschijnt de meester’. Pas als iemand zelf de behoefte voelt om ergens een antwoord op te vinden, zal het ook kunnen landen.
Dus voortaan wil ik me houden aan ‘Spreken is zilver en zwijgen is goud’. Al moet ik soms nog wel op mijn tong bijten…! Enige oefening hierin is nog wel nodig. Maar, zoals ik met dat kaartje van de Jehova’s niets gedaan heb, is dat voor mij een goede reminder om mijn mond te houden. Ieder mens is uniek en wat voor de één wel een goede richting is, hoeft dat voor een ander niet te zijn.
En het mooie van mijn werk vind ik om juìst die eigen wijsheid in de ander naar boven te zien komen.